Je weet wel, zo’n dag dat je eigenlijk nog net wel net niet iets kan of eigenlijk wil doen. Het is vnl wil, de energie is op. Het vele uren rijden is best pittig. De stad Toronto inrijden is niet mij favoriete activiteit. Dus dan zoek je iets in de buurt. En daar zit je dan, in een mall vlakbij het hotel. Wat is hier leuk aan? Zelfs ik, dol op winkelen, vind dit een drama. Rijen met winkels met zooi. Meer zooi, minder zooi. Raar, ik hou normaal van zooi. Het is zoiets als de Heuvelgallerie, maar dan erger en je kan eigenlijk niet weg. Opgesloten voor de laatste uurtjes in een betegelde grot met open ruimtes naar overvriendelijke verkoperige mensen die je bespringen zodra je binnenkomt. “How are you?”
De beveiliging draagt een scherfvest of kogelvrij vest, de schoonmakers lopen rond met portofoons en op de foodcoart kan je Thai, Japans, steak, Italiaans, Asian, Caribbean, Mexicaans. Grieks, Pizza, hamburgers en frietjes eten. De gezelligheid is enorm, met de plastic tafeltjes en metalen vastgelaste stoeltjes. De lol zit ‘m in kijken hoe een overgewichtje klem zit met zijn billen, geperst door de opening in de stoel. Hij wurmt zich eruit.
Dat was dan wel weer het hoogte- of dieptepunt van de dag, denk ik.