
Canada is geen Nederland. Er zijn verschillen. Soms in het eten, zoals een griekse salade geen griekse salade is en soms in gewone dingen als bediening. Enkele voorbeelden.
Rood rijden
Als je rechts gaat, mag je door rood. Dan heeft het rode licht een stopfunctie. Dus volledig stoppen en dan mag je doorgassen als het kan. Best verneukeratief, want je moet goed opletten op verkeer en vooral de voetgangers die voorrang hebben. En als het niet mag staat het aangegeven of je bent op het eiland van Montreal.
Snel weg
Je bent hier eigenlijk niet snel weg. Dat komt omdat de steden zo groot zijn. En dan kom je door de stad met de auto op een soort autoweg, kan je continu stoppen voor verkeerslichten. Ladingen verkeerslichten.
Maar zit je op een snelweg, dan is die ook groot. Bij Toronto heb je de Express, die heeft 3 of 4 banen, en de collector ernaast, die ook zoveel heeft. Dus 6 tot 8 banen dezelfde kant op. En soms tijdelijk met een baan extra. De meeste afritten op de collector, de Express gaat, nou ja, het snelst. Beide gaan 100 en zijn slaapverwekkend saai. Dus eigenlijk een 8-baans weg. Door de stad heb je ook 2 en 3-baans wegen. En natuurlijk de éénbaans in vele soorten.
Het ergste zijn de rechte wegen. Enig hoogteverschil maakt het nog prettig, maar als je op een heuveltje zit, zie je verderop je wel, recht voor je dus.
En de mooiste zijn de wegen door de heuvels. Heerlijk bochten maken, heuveltje op en af. Dat is zwaar genieten. Daar heb ik geen foto’s van, want dan heb ik de handen aan het stuur 😉
Inhalen
Dat idee van rechts rijden hebben ze hier maar half. Dan komt er een bord, dat langzamer verkeer rechts moet. Anders kan je op de snelweg aan alle kanten ingehaald worden. Dat betekent dus goed opletten.
Af- en opritten van de verkeerde kant
Links een afrit, dat kennen we in NL niet echt. Een oprit waar je in de linkerbaan uitkomt ook niet. Hier dus wel. Gisteren nog zo’n linkerbaaninvoegactie mogen doen. Toch best bijzonder en eigenlijk heel logisch.
Sowieso snappen de Canadezen het principe van doorstampen op een oprit niet. Nemen wij vaart om met gelijke snelheid als de linkerbaan in te voegen, dat doen ze daar niet altijd. En die invoegstroken zijn kort, dus aan het einde ervan gaan ze gewoon invoegen. Opletten dus. En willen wij nog wel eens de linkerbaan pakken om invoegers ruimte te geven, dat komt hier niet vaag voor. Blijf maar gewoon op je baan, dan komen de anderen wel links of rechts voorbij. Ik heb echter bijna geen enkele zigzagger gezien, de Canadezen zijn verder nette rijders.
Over gewicht.
Nu iets over gewicht, of overgewicht. Wat een hoeveelheid obese mensen. Niet een beetje obees, maar zwaar obees. Lopend, waggelend, strompelend, met stok. Soms wat overmoedig, door de moeilijke route naar de steile trap te nemen, ondanks de vele waarschuwingsborden. Ik weet niet of ze die uiteindelijk genomen hebben, ze zijn niet snel. En misschien is het niet raar, want met de hoeveelheid zout, suiker en vet hier, kan je niet anders dan aankomen. Of je moet zelf gaan koken. Maar dan nog steeds zijn de porties in de winkel groot. Grote flessen frisdrank in de supermarkt en bij de fastfood grote glazen frisdrank. Zoiets waar we een dag mee doen wordt in een kwartier naar binnen geklokt.
Toegankelijkheid
Ik heb trouwens nog nooit zoveel rolstoelen in het dagelijkse leven gezien. Hup, de bus in, hup de attractie in, hup… En mogelijk kan dat omdat die uitermate goed toegankelijk zijn voor deze hulpmiddelen. De bus kantelt naar z’n zij en klapt een plaat uit. Heel netjes. Twee opties voor de rolstoel om te staan, misschien drie. Alles heeft een ‘ramp’ (wat is het NL woord ook al weer?).
Toiletten
Er staat een vissekom aan water in de pot. En als je klaar bent zuigt al het water weg (klepje en zwaartekracht?) en wordt het weer gevuld. Ik vraag me ook af of dit zuiniger is. Bij een hotel zat er een soort tegendruk, dus bij het overhalen van de hendel, plonsde het water eerst op. Dat is even schrikken 🙂
Doucheknoppen
Trekken en draaien. Nee draaien en hendel zoals mengkraan in NL. Nee, aandraaien en dan doordraaien naar warm. De knoppen vertellen niet echt welke wat is, dus het ene moment kantel ik de trekknop of draai ik deze tig keer rond tevergeefs. Eén hotel was best geinig. Na ca twee minuten puzzelen op de knop, kwam ik erachter dat je moest trekken, maar wel heeel hard.
Tax en fooi
Da’s niet duur, denk je dan. Maar bij de kassa komt er nog eens 13 procent bij. Even schrikken. Alle prijzen staat excl tax, dus wat je ziet in de winkel is niet wat je krijgt. In plaats van 0,7 als omrekenfactor naar Euro’s nam ik 0,8.
Voor eten zal je dan nog eens extra moeten rekenen. Want een soort minimum aan fooi is 15%. Dan geef je ineens 6 dollar voor een matige bediening. Zo jammer. In NL geven we dan 2 euro extra, hier dus het dubbele.
Geen Amerikanen
En om de Canadezen een plezier te doen: Canadezen zijn geen Amerikanen! Dat wilden ze me nog wel even kwijt. En gelijk hebben ze. Vergeef me dat ik geen verschillen ken, ik ken alleen Amerikanen van de tv. Ik heb niet echt verschillen gezien, maar daarom plakken ze hun vlag overal op, denk ik. Dezelfde trouw aan de vlag, dezelfde megaverpakkingen, dezelfde rechte straten, hetzelfde overgewicht…. Tja.